"Afstandbepaling in het heelal"
door P. Cijsouw
N.B. Deze lezing komt in de plaats van de eerder aangekondigde lezing over infrageluid
Samenvatting:
Door de eeuwen heen is er door astronomen met onnoemelijk veel inventiviteit gewerkt aan methoden en instrumentarium om een aantal sterrenkundige maten vast te leggen. Achterliggend probleem is in principe dat er tussen de lengte van de meter en de afstand tot verre sterrenstelsels vele ordes van grootte moeten worden overbrugd, waarbij in de historie ook stappen moesten worden genomen die men onwerkelijk vond. Zo woedde er nog slechts een eeuw geleden een felle strijd over de vraag, of er "nog iets buiten de melkweg bestond", m.a.w. of ons sterrenstelsel al dan niet het gehele heelal omvatte.
In de voordracht wordt met oog voor de historische ontwikkeling geschetst hoe de afstandsbepaling door astronomen is ontwikkeld. Van de grootte van de maan, de afstand tot de zon en die tot nabije sterren, via de "Cepheïdenmethode" naar het gebruik van supernovae voor middelgrote astronomische afstanden met tot slot de methode van de roodverschuiving voor werkelijk verre objecten. Waar van toepassing, worden korte uitstapjes naar moderne methodes meegenomen. De conclusie zal zijn, dat de tegenwoordige resultaten nog steeds berusten op een keten van elkaar opvolgende methoden, waarbij de uiterste resultaten van een vorige methode de ingangsgegevens vormen van de volgende.
Over de spreker:
Piet Cijsouw (Haarlem, 1942) studeerde wiskunde (met sterrenkunde als bijvak) aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte van 1974 tot 2006 aan de Technische Universiteit Eindhoven en kwam na zijn pensionering in Schoorl wonen, bij welke gelegenheid hij ook lid van Metius werd. De sterrenkunde is voor hem altijd een belangrijke hobby geweest, waarbij het volgen van de wetenschappelijke ontwikkelingen de meeste aandacht kreeg. Piet Cijsouw fungeert als coördinator van het team dat de cursussen van Metius verzorgt.