Vrijdag 28 maart 2014
"De levensloop van sterren"
door ir. H.T. Klippel
Toelichting van de spreker:
Sterren hebben niet het eeuwige leven, ze zijn allemaal, hoe groot of klein ook, een keer geboren en zullen ooit een keer vergaan. Sterren ontstaan uit samentrekkende wolken van stof en gas. Wanneer een deel van de wolk samentrekt onder zijn eigen zwaartekracht wordt de kern steeds heter en ontstaat een zogenoemde protoster. De samengebalde gasbol zendt wel veel warmtestraling uit maar er zijn nog geen kernfusiereacties. Pas wanneer druk en temperatuur in het centrum van de gasbol hoog genoeg zijn treden kernfusiereacties van waterstof op. Deze energieproductie levert zoveel gasdruk op dat de zwaartekracht die de gasbol wil doen krimpen wordt tegengewerkt tot een stabiele evenwichtsituatie is bereikt. Dit is wat we een ster noemen. De waterstofvoorraad raakt echter een keer uitgeput. Wat hierna gebeurt en welke fysische processen hierbij een rol spelen is sterk afhankelijk van de massa van de ster. We maken hierbij onderscheid tussen de evolutie van lichte sterren (tot ca. 4 zonsmassa), middelzware sterren (van ca. 4 tot ca. 8 zonsmassa) en zware sterren (vanaf 8 zonsmassa).
Lichte sterren evolueren via reuzenster, superreus, planetaire nevel tot een witte dwerg. Zware sterren eindigen hun leven tenslotte in een supernova waarbij een kleine onzichtbare neutronenster of een zwart gat overblijft.
In de lezing worden de levenslopen van deze verschillende sterren uiteengezet. Met behulp van numerieke computermodellen hebben we momenteel een redelijk goed fysisch inzicht in de levensloop van deze sterren. De modelresultaten stemmen goed overeen met wat we aan de hemel waarnemen.
Over de spreker:
Henk Klippel is natuurkundig ingenieur (afgestudeerd aan de TU Eindhoven in 1967) en heeft 37 jaar gewerkt bij het ECN te Petten, achtereenvolgens als wetenschappelijk medewerker, wetenschappelijk hoofdmedewerker, coördinator fusietechnologieprogramma en hoofd van de werkeenheden reactorfysica en reactortechnologie. Henk Klippel is al sinds zijn jeugd ook geïnteresseerd in sterrenkunde en al vele jaren lid van Metius. Sinds zijn pensionering is Henk lid van de Werkgroep Theoretische Sterrenkunde (WTS). Zijn bijzondere interesses zijn de natuurkundige aspecten in de sterevolutie en kosmologie. Het afgelopen jaar is in de WTS veel aandacht besteed aan de evolutie van sterren aan de hand van het boek “Introduction to Modern Astrophysics” van Carroll en Ostlie. Dit zal in de lezing ook worden verwerkt.