De studie van exoplaneten is sinds 1995 ver gevorderd. Geschetst wordt hoe exoplaneten sindsdien worden waargenomen en wat de selectie effecten daarbij zijn. Planeten zoals onze 'eigen' planeten kunnen nog steeds nauwelijks waargenomen worden. De meest voorkomende exoplaneet ligt qua grootte tussen de Aarde en Neptunus in. De belangrijkste motivatie om exoplaneten te bestuderen is om Leven te vinden: microben is al mooi genoeg. Echter tekenen van Leven kunnen ook veroorzaakt zijn door niet-biotische processen, daarom is ook het grondig verkennen van vooral Mars zo belangrijk. Een andere manier om Leven te vinden is het detecteren van een signaal van een andere technologische beschaving.