De James Webb Space Telescope is niet in alles een opvolger van de Hubble. Het is net als de Hubble een telescoop in de ruimte en heeft daarom geen last van slecht weer en luchtonrust. Maar waar Hubble kan waarnemen in zichtbaar licht, infrarood en ultraviolet, kan Webb alleen kijken in het infrarood, maar daar dan wel ook naar langere golflengten dan de Hubble. Deze keuze is natuurlijk met opzet. Webb is onder andere bedoeld om de eerste sterren te bestuderen aan de verste grenzen van het voor ons zichtbare heelal, die we het beste in het infrarood kunnen zien. Maar Webb wordt ook gebruikt voor het bestuderen van geboorte en dood van sterren dichterbij, planeten bij andere sterren, maar ook voor objecten in ons eigen zonnestelsel. De eerste resultaten zijn zeer veelbelovend. In deze lezing kijken we naar de de bouw van deze telescoop en naar de mooie resultaten die tot nu toe zijn verkregen.